Onbegrip begrepen
40 Taalfilosofische gesprekken over communicatie

Het onbenoembare benoemen?

Waarin de sprong wordt gemaakt van lantaarnpalen die een wandelaar belichten naar het trillen van kompasnaalden op een magneetveld, en dat alles om stamelend het onbenoembare te benoemen.

  • Wat ik aan de vorige keer over de onzekerheidsrelatie van Heisenberg heb overgehouden, is zo ongeveer dit: Je wilt iets benoemen, iets in je bewustzijn, wat dat ook maar mag zijn. Maar zodra je aan dat ‘iets’ een woord geeft, zorgt dat woord ervoor dat je andere aspecten uit dat ‘iets’ niet meer onder woorden kunt brengen. Want dat ‘iets’ is al bepaald door dat ene woord.
  • Ja, en eigenlijk is het nog ingewikkelder. Het gaat niet om onzekerheid, maar om onbepaaldheid. Natuurkundigen gebruiken wel het volgende beeld. Stel dat ik niet weet of een handschoen een linker- of rechterhandschoen is, dan is het zo dat die handschoen pas een linker- of rechterhandschoen wórdt, wanneer ik dat waarneem. Maar dat volg ik zelf ook niet, dus kan ik er ook niet meer over zeggen.
  • Waarom begin jij dan toch over onzekerheid en nu ook over onbepaaldheid?
  • Omdat het volgens mij sterk lijkt op wat jij vertelde over je innerlijk proces van woordkeuze, over dat vage iets dat in jou opkomt, en waaraan jij woord wilt geven. En het helpt mij trouwens ook om een beroemde uitspraak over taal enigszins te begrijpen. De uitspraak is afkomstig van de Amerikaans-Britse dichter T.S. Eliot uit de eerste helft van de vorige eeuw, een grootheid in de literatuur, en ook Nobelprijswinnaar. Eliot vergelijkt taal met licht, gebroken licht:
  • Speech is but broken light upon the depth of the unspoken.
    • T.S. Eliot
    • Mooi gezegd. Maar dit is toch ook weer een vage metafoor. Daarover hebben we al eerder gesproken.
    • Ja, maar denk nog eens aan die man in dat mistige park die je hier en daar ziet opdoemen onder een lantaarnpaal. Dan krijgt zo’n uitspraak wel een prachtige veelkleurige diepte.
    • Goed, daar probeer ik dan mee te leven, met zo’n man-in-mist-metafoor. Maar die onbepaaldheid, dat een handschoen pas een linker- of rechterhandschoen wordt als je hem waarneemt, dat is toch onbegrijpelijk! Dat is toch contra-intuïtief! Of vriendelijker gezegd: dat blijft toch mysterieus?
    • Toch hebben dichters en schrijvers ook vermoedens over die onbepaaldheid in taal. Dat je iets kunt opdelven uit datgene wat niet kenbaar is, en dat je dan pas weet wat je ongrijpbaar niet kunt weten. Maar misschien wordt het wel duidelijker wanneer we kijken hoe het gaat als je schrijft.
    • Oké, want als ik wil nagaan wat er gebeurt als ik spreek, gaat alles wel erg snel in mijn hoofd.
    • Elke schrijver herkent de situatie dat je een zin hebt geschreven, en al schrijvend ontdekt, dat je het toch anders moet zeggen. Maar als je dan een andere zin hebt geformuleerd, zie je dat ook dat niet precies is wat je wilt zeggen.
    • En wat zeggen schrijvers daar dan over?
    • Ik heb een tijdje lang citaten over schrijven verzameld uit romans die ik toevallig las.
    • Geef eens een voorbeeld.
    • Dit citaat komt uit een roman van Erwin Mortier, waarin hij schrijft over het alzheimerproces van zijn moeder, en over de uitdaging om vervagende herinneringen op te schrijven. Hij zegt dan op een gegeven moment:
    • Met schrijven ben ik pas echt begonnen, vermoed ik, toen ik ging beseffen dat de woorden op hun best zijn wanneer we ze als minuscule kompasnaalden kunnen laten trillen op die ongrijpbare magneetvelden die iemands gehele ‘zijn’ uitmaken.
      • Erwin Mortier, 2011:184
      • Weer zo’n metafoor! Heel mooi hoor, maar wat moet ik daarmee? Wat ‘communiceert’ zo’n metafoor nu precies?
      • Ja, dat is lastig te benoemen. Maar is de sprong zo groot van lantaarnpalen in een mistig park die een wandelaar belichten naar het trillen van kompasnaalden op een magneetveld? Mortier gebruikt ook het prachtige beeld van de patronen die ontstaan in ijzervijzel op een vel papier als je er een magneet onder houdt.
      • Ook dit vergt veel hersengymnastiek. Op zijn best gezegd is dit ‘mooi gestamel’.
      • Grappig, de roman waaruit dit citaat afkomstig is heet Gestameld liedboek.