Onbegrip begrepen
40 Taalfilosofische gesprekken over communicatie

Een woord is maar een woord?

Waarin wordt onderzocht of je met woorden een werkelijkheid kunt opdringen – of anders gezegd: of je met woorden anderen kunt stimuleren hun visie op de werkelijkheid te veranderen – en of je daarbij de werkelijkheid geweld aandoet.

  • We zouden voorbeelden verzamelen waarin wordt voorgesteld om andere woorden te gebruiken met de bedoeling om iemands wereldbeeld te veranderen. Voorbeelden zoals dat je niet moet spreken over een slaaf, maar over een tot slaaf gemaakte. Waarom eigenlijk? Wat heeft dit met miscommunicatie te maken?
  • Zal ik eerst vier voorbeelden uit mijn verzameling van de afgelopen maand noemen? Ik heb de citaten iets aangepast zodat ze zelfstandig leesbaar zijn. De bronnen kan ik nog achterhalen, maar die zijn eigenlijk niet relevant. Hier de eerste.
  • In onze Japanse genezingsmethode Jin Shin Jyutsu noemen we een blokkade of pijn een project en geen probleem. Dat geeft meteen meer ruimte voor verandering.
  • Klopt mijn intuïtie nu dat je dit onzin vindt?
  • Tja, je kunt pijn wel een project gaan noemen, maar wordt die pijn daardoor minder?
  • Misschien wel beter te verdragen. Als je bijvoorbeeld een probleem leert zien als een uitdaging, dan kijk je toch anders aan tegen zo’n probleem. Dan verandert toch je houding?
  • Denk je? En wat vind je dan van deze huwelijkstherapie?
  • In onze huwelijkstherapie noemen we een buitenechtelijk avontuurtje niet vreemdgaan, maar zien we het als poging tot noodzakelijke zelfrealisatie van de partner. Deze realisatie kan ook ten dienste staan van het huwelijk.
  • Ja, zo’n avontuurtje blijft natuurlijk ‘buitenechtelijk’. Maar je kijkt er toch wel anders tegenaan.
  • Maar denk je dan echt dat die partner gaat zeggen: ‘Oké, ik zie dat het noodzakelijk is dat jij jezelf realiseert!’
  • Nou, misschien leer je daardoor dat je ook anders kunt kijken naar ‘vreemdgaan’.
  • Dat moet je dan maar hopen. Wat vind je hiervan dan?
  • Er wordt geschreven over praktisch geschoolden en hoger opgeleiden. Beter was geweest als er hier in plaats van hoog opgeleiden theoretisch opgeleiden had gestaan. Hierdoor is er geen lager of hoger en hoeft iemand met een praktische opleiding zich niet minder te voelen dan iemand met een theoretische opleiding. En vice versa natuurlijk.
  • Ja, hier heb je een punt, denk ik. Deze andere benoeming gaat niet helpen. Want praktisch opgeleid geldt toch als ‘lager opgeleid’. De opleiding duurt meestal korter, en ook het salaris van lager geschoolden is lager.
  • Dus je bent het hier met me eens omdat je in de werkelijkheid iets concreets kunt aanwijzen. Dan verandert taal dus niet een visie op de werkelijkheid. Mijn laatste voorbeeld.
  • Ik lees: ‘Door windmolenparken gaat 12.000 vierkante kilometer zee verloren voor de visserij.’ Beter zou zijn: ‘Door windmolenparken is er 12.000 kilometer zee waar de aanwezigheid van palen en stenen extra kansen biedt voor onderwaterleven.’
  • Maar dit is toch iets anders! Hier staan twee meningen tegen over elkaar. En dan is het toch logisch dat voor- en tegenstanders een ander ‘aspect uit de werkelijkheid’ benadrukken. We hadden het er al eerder over framing, het verschijnsel dat ieder de werkelijkheid ziet door een eigen venster. Dat is heel iets anders dan ‘hetzelfde verschillend benoemen’. Want in dit geval let je ook op iets anders: of op de visserij, of op het onderwaterleven.
  • Goed dan. Maar jij had ook nog een voorbeeld?
  • Ik las een krantenbericht over een demonstratie bij een abortuskliniek. Voorstanders van abortus klaagden over ‘intimiderende demonstraties’ tegen jonge vrouwen in een kwetsbare positie. Maar de tegenstanders van abortus spraken over ‘het aanbieden van hulp’. Nee, zeiden de vrouwen die een afspraak hadden bij de kliniek: ‘Er komen mensen op ons af die ons dwingen met hen te praten over wat leven betekent.’ Maar de demonstranten hielden vol dat dit echt niet het geval was, het ging alleen over ‘counseling’. Hoe moet je dan verder communiceren? In taal los je dit soort discussies niet op.
  • Vreselijk. Ja, dan heeft praten geen zin meer. Maar als je toch over dit zo moeilijke onderwerp wilt communiceren, dan heb je wel taal nodig.
  • Maar hoe dan? Als die tegenstanders van abortus zouden spreken over een ‘demonstratie met helpdesk’, dan lost dat weinig op. Want ook dan zal een ongewild zwangere vrouw zich geïntimideerd voelen.
  • Nee, dat lost niets op. Maar vraag je dan niet te veel van taal?
  • Dat snap ik niet.
  • Nou, we hebben het eerder gehad over de grenzen van taal, dat taal maar gebrekkig is. Ik denk dat communicatie alleen maar iets kan opleveren als voor- en tegenstanders dat inzien. Je kunt de ander via taal niet je eigen werkelijkheid opdringen. Als je dat denkt, dan heb je pas echt miscommunicatie.
  • Is dat wel waar? Uit je eerste voorbeelden blijkt toch dat je door een ander woord te kiezen, bijvoorbeeld uitdaging voor een probleem, anderen wel kunt stimuleren hun visie op de werkelijkheid te veranderen.
  • Ja, dat lijkt wel het geval. Maar misschien kan dat alleen als je daarbij de werkelijkheid niet al te zeer geweld aan doet.
  • Nou, laten we het dan daar maar op houden. Volgende keer heb ik liever een makkelijker onderwerp.